weeraal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weeraal weeralen
verkleinwoord weeraaltje weeraaltjes

Zelfstandig naamwoord

weeraal [1]

  1. (vissen) Misgurnus fossilis een langgerekte spoelvormige vis met een donkerbruine grondkleur, een geeloranje buik en zwarte lengtestrepen
Synoniemen
  • grote modderkruiper

Gangbaarheid

  • Het woord 'weeraal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
22 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.