warmer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • war·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van warmen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord warmer warmers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

warmer m [1]

  1. een voorwerp waarmee men iets kan opwarmen of warm houden
Hyponiemen
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

warmer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van warm

Gangbaarheid

  • Het woord warmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.