wannen
Nederlands
![](../I/m/Women_winnowing_4.jpg)
1. graan zuiveren van kaf door het in de wind op te werpen
Woordafbreking
- wan·nen
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands; op te vatten als afgeleid van wan zn met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wannen |
wande |
gewand |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
wannen
- overgankelijk graan zuiveren van kaf door het in de wind op te werpen of te laten vallen
- Zij wannen het graan nog op ouderwetse wijze.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wannen' herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.