wanbegrip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·be·grip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wanbegrip wanbegrippen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wanbegrip o

  1. iets of iemand niet of verkeerd begrijpen
    • „Het is gewoon schandalig”, roept iemand anders. „Dus als je dronken iemand doodrijdt of voor de rest van zijn leven invalide maakt, krijg je alleen een alcoholslot? Het moet niet gekker worden.” „Dit noemen ze juridische haarkloverij. Het leidt tot wanbegrip en een onverschillige houding bij de burger.” [1] 
    • Toch is er één terrein waarop nu al jaren een totaal wanbegrip bestaat tussen Amsterdamse politici van links tot rechts en de burgemeester enerzijds en Den Haag anderzijds: het fietsbeleid. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord wanbegrip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. De Telegraaf INA EGGINK 05 mrt. 2015 Uitslag Stelling: ’Geen alcohol in verkeer’
  2. Het Parool REINJAN MULDER 1 NOVEMBER 2017 'Stel scooterrijders aansprakelijk voor veroorzaakte schade'
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.