wanbegrip
Nederlands
Woordafbreking
- wan·be·grip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wan bn en begrip zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wanbegrip | wanbegrippen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wanbegrip o
- iets of iemand niet of verkeerd begrijpen
- „Het is gewoon schandalig”, roept iemand anders. „Dus als je dronken iemand doodrijdt of voor de rest van zijn leven invalide maakt, krijg je alleen een alcoholslot? Het moet niet gekker worden.” „Dit noemen ze juridische haarkloverij. Het leidt tot wanbegrip en een onverschillige houding bij de burger.” [1]
- Toch is er één terrein waarop nu al jaren een totaal wanbegrip bestaat tussen Amsterdamse politici van links tot rechts en de burgemeester enerzijds en Den Haag anderzijds: het fietsbeleid. [2]
Gangbaarheid
- Het woord wanbegrip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wanbegrip' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- De Telegraaf INA EGGINK 05 mrt. 2015 Uitslag Stelling: ’Geen alcohol in verkeer’
- Het Parool REINJAN MULDER 1 NOVEMBER 2017 'Stel scooterrijders aansprakelijk voor veroorzaakte schade'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.