wachtmeester
Nederlands
![](../I/m/Nl-marechaussee-wachtmeester_der_1e_klasse.svg.png)
rangteken marechaussee wachtmeester 1ste klasse
Woordafbreking
- wacht·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onderofficier’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
- samenstelling van wacht zn en meester zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wachtmeester | wachtmeesters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wachtmeester m [3]
- (beroep) (militair) rang die gelijkwaardig is aan die van sergeant m.n. gebruikelijk bij de marechaussee
- De voormalige wachtmeester heeft toegegeven informatie te hebben gelekt, maar zei te hebben aangenomen een onschuldige vriendendienst te bewijzen en niet te weten dat de gegevens in handen van een drugsbende terecht kwamen. De rechtbank noemde die houding "naïef".[4]
- In 146 gevallen bleek dat de betrokken marechaussee, wachtmeester of officier daadwerkelijk iets laakbaars had gedaan dat disciplinaire maatregelen of strafrechtelijke vervolging opleverde.[5]
Hyponiemen
- opperwachtmeester
Gangbaarheid
- Het woord wachtmeester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wachtmeester' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "wachtmeester" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- wachtmeester op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 28 sep. 2015
- de Telegraaf ROY KLOPPER 11 mei 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.