waarschap

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·schap
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van waar (stam van het verouderde werkwoord waren) met het achtervoegsel -schap [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord waarschap waarschappen
verkleinwoord waarschapje waarschapjes

Zelfstandig naamwoord

waarschap v [2]

  1. dijkopzichter
Afgeleide begrippen
  • waarschappij

Gangbaarheid
  • Het woord 'waarschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. waarschap op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.