vuurpot
Nederlands
vuurpot met grill
Woordafbreking
- vuur·pot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuur zn en pot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuurpot | vuurpotten |
verkleinwoord | vuurpotje | vuurpotjes |
Zelfstandig naamwoord
vuurpot m [1]
- een metalen of aardewerken voorwerp waarin men een vuur kan stoken
- Fruittelers moesten afgelopen nacht massaal aan de slag om hun fruitbomen te beschermen. Dit deden ze onder andere door hun fruitbomen te besproeien. Bij de vorming van een ijslaagje op de bloesem komt warmte vrij, waardoor het niet verder afkoelt dan tot circa 0 graden. Een andere methode die toegepast wordt is het verwarmen van de boomgaard met vuurpotten.[2]
- Hier vind je informatie over speciale winterfaciliteiten die het betreffende terrein biedt, zoals een verwarmde slechtweervoorziening, een dekenservice en op welke manier er vuur kan worden gemaakt: op een centrale kampvuurplek, of met vuurpotten- en/of schalen bij de tent, camper of caravan.[3]
Gangbaarheid
- Het woord vuurpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vuurpot' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 09 mei 2016
- de Telegraaf 17 dec. 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.