vuurpot

Nederlands

vuurpot met grill
Uitspraak
Woordafbreking
  • vuur·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuurpot vuurpotten
verkleinwoord vuurpotje vuurpotjes

Zelfstandig naamwoord

vuurpot m [1]

  1. een metalen of aardewerken voorwerp waarin men een vuur kan stoken
    • Fruittelers moesten afgelopen nacht massaal aan de slag om hun fruitbomen te beschermen. Dit deden ze onder andere door hun fruitbomen te besproeien. Bij de vorming van een ijslaagje op de bloesem komt warmte vrij, waardoor het niet verder afkoelt dan tot circa 0 graden. Een andere methode die toegepast wordt is het verwarmen van de boomgaard met vuurpotten.[2] 
    • Hier vind je informatie over speciale winterfaciliteiten die het betreffende terrein biedt, zoals een verwarmde slechtweervoorziening, een dekenservice en op welke manier er vuur kan worden gemaakt: op een centrale kampvuurplek, of met vuurpotten- en/of schalen bij de tent, camper of caravan.[3] 
Synoniemen
  • tonterpot, vuurkorf, vuurmand, vuurschaal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vuurpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 09 mei 2016
  3. de Telegraaf 17 dec. 2015
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.