vulling
Nederlands
Woordafbreking
- vul·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulling | vullingen |
verkleinwoord | vullinkje | vullinkjes |
Zelfstandig naamwoord
vulling v
- het materiaal waarmee iets opgevuld is
- Deze soes heeft een vulling van room met geprakte aardbeien.
Hyponiemen
- amalgaamvulling, bladvulling, drukvulling, maagvulling, puivulling, schoudervulling, tandvulling, voegvulling
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vulling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vulling' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.