vuistregel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuist·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘globale regel’ voor het eerst aangetroffen in 1944 [1]
  • samenstelling van  vuist   en  regel  
enkelvoud meervoud
naamwoord vuistregel vuistregels
verkleinwoord vuistregeltje vuistregeltjes

Zelfstandig naamwoord

vuistregel m

  1. een regel die in de meeste gevallen opgaat en als standaard in beginsel wordt aangehouden.
    • Als je gezond wil blijven is een simpele vuistregel het eten van meer levend voedsel: fruit en groente. 
    • Een slordige honderd onbewoonde eilanden worden geëxploiteerd als hotel. Als vuistregel geldt: één eiland, één resort, iets wat de Malediven een unieke en daarmee ook populaire vakantiebestemming maakt. [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord vuistregel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.