vuilspuiter
Nederlands
Woordafbreking
- vuil·spui·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuil zn en spuiter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuilspuiter | vuilspuiters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vuilspuiter m [1]
- iemand die iemand anders belastert
- Van Barneveld: 'Johan Derksen is een vuilspuiter'; Darter Raymond van Barneveld heeft flink uitgehaald naar Johan Derksen. De voetbalanalist laat zich op tv regelmatig laatdunkend uit over de dartsport. [2]
- Van een vuilspuiter met een hekel aan Francisco van Jole en Heleen van Lier: “Ja, en daar kan ik dus niets op terugzeggen, want ze zeggen het op papier. Op internet mag je alles over me zeggen, dan kan ik wat terugroepen. [3]
Synoniemen
- lasteraar, slangentong, kwaadspreker, roddelaar, addertong
Gangbaarheid
- Het woord vuilspuiter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vuilspuiter' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 27-12-12 Van Barneveld: 'Johan Derksen is een vuilspuiter'
- HP de Tijd NIEK STOLKER 23 OKT 2009 Columnist sleept Villamedia Magazine voor Raad voor de Journalistiek
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.