vuilbek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vuilĀ·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vuilbek vuilbekken
verkleinwoord vuilbekje vuilbekjes

Zelfstandig naamwoord

vuilbek m [2]

  1. iemand die veel vuilbekt
Afgeleide begrippen
  • vuilbekkerij

Werkwoord

vervoeging van
vuilbekken

vuilbek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuilbekken
    • Ik vuilbek. 
  2. gebiedende wijs van vuilbekken
    • Vuilbek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuilbekken
    • Vuilbek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vuilbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.