vuilbek
Nederlands
Woordafbreking
- vuilĀ·bek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vuil en bek [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vuilbek | vuilbekken |
verkleinwoord | vuilbekje | vuilbekjes |
Afgeleide begrippen
- vuilbekkerij
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vuilbekken |
vuilbek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuilbekken
- Ik vuilbek.
- gebiedende wijs van vuilbekken
- Vuilbek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuilbekken
- Vuilbek je?
Gangbaarheid
- Het woord vuilbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vuilbek' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.