vruchtbaarheidsprobleem
Nederlands
Woordafbreking
- vrucht·baar·heids·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vruchtbaarheid zn en probleem zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vruchtbaarheidsprobleem | vruchtbaarheidsproblemen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vruchtbaarheidsprobleem o
- (medisch) het moeilijk of geen kinderen kunnen krijgen
- Het idee dat soja iets met vruchtbaarheid te maken heeft, is niet vreemd. Dertig jaar geleden werd al beschreven dat jachtluipaarden in een Californische dierentuin grote vruchtbaarheidsproblemen kregen door sojarijk voer.[1]
- Ook kunnen die klachten vruchtbaarheidsproblemen geven. Als een behandeling bij de huisarts en in het ziekenhuis niet aanslaat, zijn er naar schatting van Huirne nu zo'n vijf specialistische centra in Nederland waar vrouwen terechtkunnen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord vruchtbaarheidsprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Het Parool JAAP SEIDELL 1 FEBRUARI 2018 Antwoord op al je vragen over voeding en gezondheid
- Het Parool 8 DECEMBER 2017 Éen op drie kampt met ernstig menstruatieprobleem'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.