vot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vot
enkelvoud meervoud
naamwoord vot votten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vot v/m

  1. (Luikse Kempen, Limburg) gat,kont.
    • De handel ligt op zijn vot. 
  1. (Luikse Kempen, Limburg) het onderste deel van een boomstam.[1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'vot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Algemeen Vlaamsch Idioticon,
    bewerker L.W. Schuermans
    Leuven, Gebr. Vanlinthout 1865-1870

Friulisch

Telwoord (fur)
1 10
2
3
4
5
6
7
8
9

Hoofdtelwoord

vot

  1. acht
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.