vormloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vorm·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van vorm met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen vormloosvormlozervormloost
verbogen vormlozevormlozerevormlooste
partitief vormloosvormlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

vormloos

  1. zonder vorm
    • De oude vrouw had zich in een vormloze jurk gehesen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord vormloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Afrikaans

Woordafbreking
  • vorm·loos
stellend attributief
vormloosvormlose

Bijvoeglijk naamwoord

vormloos

  1. vormloos
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.