voorzorg
Nederlands
Woordafbreking
- voor·zorg
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en zorg
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorzorg | voorzorgen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
voorzorg v / m
- het zorgen van tevoren om eventueel onheil of ongemak te voorkomen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- voorzorgbeginsel, voorzorgsbeginsel, voorzorgslanding, voorzorgsmaatregel, voorzorgsprincipe
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord voorzorg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorzorg' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.