voorstander
Nederlands
Woordafbreking
- voor·stan·der
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van voorstaan met het achtervoegsel -der [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorstander | voorstanders |
verkleinwoord | voorstandertje | voorstandertjes |
Zelfstandig naamwoord
voorstander m
- iemand die het met een bepaalde opvatting eens is, iemand die een plan steunt
- Wij zijn allemaal voorstander van dat nieuwe idee.
Vertalingen
1. iemand die voor iets is
Gangbaarheid
- Het woord voorstander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorstander' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.