voorgaan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·gaan
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voorgaan
ging voor
voorgegaan
klasse 7 volledig

Werkwoord

voorgaan onovergankelijk [2] [3]

  1. voor iemand gaan
  2. de voorrang, de voorkeur hebben
  3. (van een klok) te snel lopen, voorlopen
  4. (religie) een godsdienstoefening leiden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.