voorgaan
Nederlands
Woordafbreking
- voor·gaan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en gaan [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorgaan |
ging voor |
voorgegaan |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
voorgaan onovergankelijk [2] [3]
- voor iemand gaan
- de voorrang, de voorkeur hebben
- (van een klok) te snel lopen, voorlopen
- (religie) een godsdienstoefening leiden
Gangbaarheid
- Het woord voorgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorgaan' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.