mollig
Nederlands
Woordafbreking
- mol·lig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zacht, rond’ voor het eerst aangetroffen in 1678 [1]
- afgeleid van mol met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mollig | molliger | molligst |
verbogen | mollige | molligere | molligste |
partitief | molligs | molligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
mollig
- een beetje dik, 'volslank', rondvormig
- zacht en verend
Afgeleide begrippen
- molligheid
Vertalingen
1. een beetje dik, volslank
Gangbaarheid
- Het woord mollig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mollig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.