vogelveer
Nederlands
Woordafbreking
- vo·gel·veer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vogel zn en veer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vogelveer | vogelveren |
verkleinwoord | vogelveertje | vogelveertjes |
Zelfstandig naamwoord
vogelveer v/m [1]
- dikke en langwerpige uit keratine opgebouwde structuur die bestaat uit een schacht die sterk vertakt is en gevormd wordt in de huid van de moderne vogels
- "Discovery, of dat andere kanaal, National Geographic, daar toonde men verleden nacht een natuurfilm over de binnenlanden van Maleisië. In het regenwoud leeft een aapachtig zoogdiertje, dat is begiftigd met een spits snuitje, slaperige dronkemansoogjes en een lange staart met een soort vogelveer aan het eind. Het heet... en nu dien ik mijn tong in het gareel te houden... het heet: de pijlstaart... nee, de vederstaarttoepaja. Om u te dienen." [2]
- Een vogelveer, gezien door een microscoop? Of een grammofoonplaat? Nee, de ‘groeven’ op deze foto zijn letterlijk van een heel andere orde. Afgebeeld is een stukje van het indrukwekkende ringenstelsel van de planeet Saturnus, dat ruwweg een miljard keer zo groot is als een langspeelplaat. [3]
Hyponiemen
- struisvogelveer
Verwante begrippen
- verenkleed
Gangbaarheid
- Het woord vogelveer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vogelveer' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Het Parool 9 augustus 2008 A.F.Th. van der Heijden
- NRC E. Echternach 3 februari 2017 Ontelbare stukjes ijs in de ragfijne ringen van planeet Saturnus
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.