voetnoot
Nederlands
Woordafbreking
- voet·noot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voet en noot [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetnoot | voetnoten |
verkleinwoord | voetnootje | voetnootjes |
Zelfstandig naamwoord
voetnoot v/m [2]
- aantekening aan de onderzijde van een pagina
- Met de brief die Rutte en minister Koenders (Buitenlandse Zaken, PvdA) maandag naar de Tweede Kamer stuurden, lijkt desalniettemin een oplossing in zicht. In het binnenland weet het kabinet zich verzekerd van steun om met de Europese partners en Oekraïne te gaan onderhandelen over een speciaal voor Nederland juridisch bindende verklaring, waarin staat hoe het associatieverdrag gelezen dient te worden. Het is de beproefde methode in de Europese Unie die zich kenmerkt door eenheid in verscheidenheid. Europese verdragsteksten staan bol van annexen en voetnoten, louter bedoeld voor binnenlands gebruik door een lidstaat.[3]
- (figuurlijk) aantekening in het algemeen
- Zijn premierschap is niets meer dan een voetnoot in de geschiedenis gebleken.
Gangbaarheid
- Het woord voetnoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voetnoot' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.