voedselveiligheid
Nederlands
![](../I/m/RIKILT_gebouw_in_Wageningen.jpg)
RIKILT Nederlands instituut voor de voedselveiligheid
Woordafbreking
- voed·sel·vei·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voedsel en veiligheid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voedselveiligheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
voedselveiligheid v
- term om aan te geven in welke mate het voedsel gevaren kan opleveren voor de menselijke gezondheid
- Ook zijn er zorgen over de schending van nationale standaarden op het gebied van milieu, consumentenbescherming, dierenrechten en rechten van werknemers. Bovendien zouden nationale overheden beperkt worden in hun toekomstige mogelijkheden om maatregelen te nemen die burgers beschermen. CETA bevat standaarden op het gebied van voedselveiligheid, veiligheidstesten van producten en een reeks andere terreinen. Tegenstanders beweren dat de economische voordelen beperkt zijn en niet opwegen tegen de nadelen.[1]
Gangbaarheid
- Het woord voedselveiligheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Wilmer Heck 2 november 2016 NRC Wilmer Heck 2 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.