vlechten

Vlechten.

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vlechten (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈvlɛχ.tə(n)/
- (Limburg): /ˈvlɛx.tə(n)/

Woordafbreking

vlech·ten

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van vlecht met het achtervoegsel -en [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
vlechten	vlocht	gevlochten
klasse 3	volledig

Werkwoord

vlechten

overgankelijk in elkaar strengelen

- Je kunt je haar op verschillende manieren vlechten.

Hyponiemen

aaneenvlechten
aanvlechten
doorvlechten

ineenvlechten
invlechten
mandenvlechten

omvlechten
ontvlechten
opvlechten

overvlechten
samenvlechten
spaanvlechten
vervlechten

Afgeleide begrippen

hoedenvlechtschool
vlechtband
vlechtdraad

vlechter
vlechterij
vlechtheg

vlechthout
vlechting
vlechtschool
vlechtsel

vlechtsnoer
vlechtster
vlechttuin
vlechtwerk

Vertalingen

1. in elkaar strengelen

Deens: flette ^(da)
Duits: flechten ^(de)
Engels: plait ^(en), braid ^(en), twine ^(en)
Frans: tresser ^(fr), natter ^(fr)

Oudnoords: bregða, ríða
Spaans: trenzar ^(es), tejer ^(es), entrecruzar ^(es), entrelazar ^(es)

Zelfstandig naamwoord

vlechten mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord vlecht

Gangbaarheid

Het woord vlechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vlechten' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

vlechten op website: Etymologiebank.nl

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.