vissoort
Nederlands
Woordafbreking
- vis·soort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis zn en soort zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vissoort | vissoorten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vissoort m/v
- (voeding) zeedieren die door overeenkomend uiterlijk en smaak dezelfde naam dragen
- (biologie) aanduiding voor vissen die genetisch zo nauw verwant zijn dat ze dezelfde naam dragen
Gangbaarheid
- Het woord vissoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vissoort' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.