vissoort

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vissoort    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɪsort/
Woordafbreking
  • vis·soort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vissoort vissoorten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vissoort m/v

  1. (voeding) zeedieren die door overeenkomend uiterlijk en smaak dezelfde naam dragen
  2. (biologie) aanduiding voor vissen die genetisch zo nauw verwant zijn dat ze dezelfde naam dragen

Gangbaarheid

  • Het woord vissoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.