vislijn
![](../I/m/Longline_baited_hooks_for_toothfish.jpg)
Een vislijn met meerdere haken waaraan aas zit.
![](../I/m/Pelagisches_Schleppnetz.jpg)
Het net zit met vislijnen (1) aan het schip vast.
Nederlands
Woordafbreking
- vis·lijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis ww en lijn zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vislijn | vislijnen |
verkleinwoord | vislijntje | vislijntjes |
Zelfstandig naamwoord
vislijn m/v
- (visserij) draad met daaraan een of meer haken bestemd om vis te vangen
- (visserij) touw dat een visnet met een vissersschip verbindt
Gangbaarheid
- Het woord vislijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vislijn' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.