visafslag
Nederlands
![](../I/m/Overzicht_visafslag%2C_gezien_vanaf_de_Vissershavenweg_-_Scheveningen_-_20413349_-_RCE.jpg)
visafslag Scheveningen
Woordafbreking
- vis·af·slag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis zn en afslag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visafslag | visafslagen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
visafslag m [1]
- plaats waar vissers vis aanbieden voor verkoop op een veiling
- Eerder was er in Urk fraude op de visafslag. „Het roept een beeld op van een gesloten gemeenschap die eigen regels heeft en een eigen cultuur waar een voedingsbodem is voor afwijkend gedrag.”[2]
- De onvoorspelbare, altijd boeiende zee, de jachthaven met prachtige zeewaardige schepen, het superbrede strand, de enorme sluizen, de visafslag, de cruiseschepen en de voortdurend rokende hoogovens van Tata Steel.[3]
Gangbaarheid
- Het woord visafslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'visafslag' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf DANIEL VAN DAM 30 nov. 2017
- de Telegraaf JOOP DUIJS 15 jul. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.