vetrol
Nederlands
Woordafbreking
- vet·rol
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vet zn en rol zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vetrol | vetrollen |
verkleinwoord | vetrolletje | vetrolletjes |
Zelfstandig naamwoord
vetrol v/m [1]
- (anatomie) huidplooi met veel vetweefsel
- Elke vetrol wordt genadeloos in beeld gebracht. Nou mensen, dat kan echt niet hoor. Het is niet om aan te zien en getuigt van weinig goede smaak. En laten we eerlijk wezen, het oog wil toch ook wat. Probeer het eens met een leuke, wijdvallende blouse. Je zult onmiddellijk merken, dat er minder naar je gekeken wordt.[2]
- Wat een verademing om verhalen te lezen en foto's te zien van normale lichamen. Lichamen met imperfecties. Dames die het schroom van zich afgooien en een foto durven te delen van hun bleke benen, vetrollen en billen met cellulitis.[3]
- Toch zijn er verschillende oefeningen die zich focussen op de buik en die er heel langzaam voor zorgen dat die vetrolletjes heel langzaam als sneeuw voor de zon verdwijnen.[4]
- (voeding) (schertsend) kroket, boterstaaf
Gangbaarheid
- Het woord vetrol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vetrol' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 22 jun. 2017
- de Telegraaf 02 jun. 2017
- de Telegraaf 06 jan. 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.