vetkaars
Nederlands
Woordafbreking
- vet·kaars
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vet zn en kaars zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vetkaars | vetkaarsen |
verkleinwoord | vetkaarsje | vetkaarsjes |
Zelfstandig naamwoord
vetkaars v/m [1]
- goedkope maar sterk roetende kaars die gemaakt is van dierlijk vet (in plaats van was of stearine)
- Het sprookje heet 'De vetkaars' en is, gezien de ruwe schrijfstijl, vermoedelijk geschreven toen Andersen nog op school zat. Het sprookje gaat over een kaars die moeite heeft zijn plekje in de wereld te vinden, totdat hij een tondeldoos ontmoet die hem aansteekt. Een tondeldoos is min of meer de voorloper van de lucifer. [2]
Synoniemen
- smeerkaars
Gangbaarheid
- Het woord vetkaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vetkaars' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.