verwezen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·we·zen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van wees met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verwezen
verweesde
verweesd
zwak -d volledig

Werkwoord

verwezen

  1. onovergankelijk (formeel) wees worden [2]
Afgeleide begrippen
  • verwezene
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘onthutst, verslagen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1544 [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen verwezenverwezenerverwezenst
verbogen verwezenste
partitief verwezensverwezeners-

Bijvoeglijk naamwoord

verwezen [4]

  1. onthutst, ontdaan, verslagen
Afgeleide begrippen
  • verwezenheid
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
verwijzen

verwezen

  1. meervoud verleden tijd van verwijzen
    • Wij verwezen. 
    • Jullie verwezen. 
    • Zij verwezen. 
  2. voltooid deelwoord van verwijzen

Gangbaarheid

  • Het woord verwezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.