vervoerder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·voer·der
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de werkwoordstam van vervoeren met het achtervoegsel -der
enkelvoud meervoud
naamwoord vervoerder vervoerders
verkleinwoord vervoerdertje vervoerdertjes

Zelfstandig naamwoord

vervoerder m

  1. (verkeer) (beroep) iemand die goederen of mensen van A naar B vervoert
  2. (verkeer) een bedrijf dat goederen of mensen van A naar B vervoert
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord vervoerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.