verspieder
Nederlands
Woordafbreking
- ver·spie·der
Zelfstandig naamwoord
verspieder m [2]
- iemand die op heimelijke en soms illegale wijze inlichtingen verzamelt
- Ook wisten de verspieders een handleiding voor het maken van een bom, gevonden op een Al-Qaida-site, te veranderen in een recept voor een cupcake.[3]
- En prompt schreef Schrijver een roman, Rachab.Rachab was de hoer van Jericho. Zij redde spionnen van het Israëlitische volk uit handen van de koning. Rachab verstopte de verspieders op het dak van haar huis, onder dikke bossen vlas, zo wil het bijbelverhaal.[4]
Gangbaarheid
- Het woord verspieder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verspieder' herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- verspieder op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Volkskrant PATRICK VAN IJZENDOORN 24 juni 2013
- Volkskrant Serdijn Danielle 23 maart 2007
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.