scout

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scout
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘padvinder’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord scout scouts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

scout m

  1. algemene naam voor leden van de scouting
    • Bevers, welpen, scouts en exporers zijn allemaal scouts. 
  1. een speltak bij scouting waarvan de leden tussen de 11 en 16 jaar oud zijn.

Werkwoord

vervoeging van
scouten

scout

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van scouten
  2. gebiedende wijs van scouten

Gangbaarheid

  • Het woord scout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.