versperring
Nederlands
Woordafbreking
- ver·sper·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van versperren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | versperring | versperringen |
verkleinwoord | versperrinkje | versperrinkjes |
Zelfstandig naamwoord
versperring v
- iets wat de toegang tot een voorwerp, gebouw of weg belemmert
- Maar er lagen nogal wat versperringen en tijdens het rennen had hij naar rechts moeten uitwijken. In het begin had hij de lijn gevolgd die door de luitenant was uitgezet, maar met die fluitende kogels en granaten ga je uiteraard zigzaggen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord versperring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'versperring' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.