versjteren
Nederlands
Woordafbreking
- ver·sjte·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘verknoeien’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
- Herkomst: Jiddisj met het voorvoegsel ver-[2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
versjteren |
versjteerde |
versjteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
versjteren
Gangbaarheid
- Het woord versjteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'versjteren' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "versjteren" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.