verschoning
Nederlands
Woordafbreking
- ver·scho·ning
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verschonen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verschoning | verschoningen |
verkleinwoord | verschoninkje | verschoninkjes |
Zelfstandig naamwoord
verschoning v [1]
- het voorzien van schoon (onder)goed
- Ik heb na een week dragen echt wel behoefte aan een verschoning!!
- (formeel) excuus, verontschuldiging
- U bent mij een verschoning schuldig, brulde de getergde advocaat!!
Gangbaarheid
- Het woord verschoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verschoning' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.