verpanden
Nederlands
Woordafbreking
- ver·pan·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verpanden /vər'pɑndə(n)/ |
verpandde /vər'pɑndə/ |
verpand /vər'pɑnt/ |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- overgankelijk als basis voor een lening uit handen geven
- Zij moest er haar stradivarius voor verpanden.
- overgankelijk sterk gehecht zijn aan
- Hij heeft aan Amsterdam zijn hart verpand.
Gangbaarheid
- Het woord verpanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verpanden' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.