verontrusten
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ont·rus·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘in onrust brengen’ voor het eerst aangetroffen in 1605 [1]
- Afgeleid van onrust met het voorvoegsel ver-.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verontrusten |
verontrustte |
verontrust |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verontrusten
- overgankelijk ongerust maken, zorgen baren
- De resultaten tot nu toe verontrusten hem nog niet.
Vertalingen
1. ongerust maken, zorgen baren
Gangbaarheid
- Het woord verontrusten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verontrusten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.