vermissen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·mis·sen
Werkwoord
vermissen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vermissen |
vermiste |
vermist |
zwak -t | volledig |
- niet meer weten waar iets of iemand gebleven is
- Ongeveer 25 politieagenten, geassisteerd door medewerkers van een dierentuin, zijn naar het dier op jacht. Gisteravond waren er bovendien twee helikopters in de lucht. De zoektocht zou vannacht doorgaan. Mogelijk is het dier eigendom van een particulier. De enige dierentuin in de omgeving en een rondtrekkend circus lieten desgevraagd weten geen leeuw te vermissen. Het circus zegt geen leeuwen te hebben. De dierentuin leende de politie wel enkele experts met verdovingsgeweren. [2]
- Vanuit Katwijk kwamen vier meldingen van vermiste kinderen, aldus Van Mourik. „We spreken van vermissen als kinderen langer weg zijn dan een half uur. Inmiddels zijn ze weer terecht.” [3]
Gangbaarheid
- Het woord vermissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vermissen' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
57 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 27-08-12 Ontsnapte leeuw zaait paniek in Engeland
- Reformatorisch Dagblad 22-04-2011 Drukte op het strand
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.