vermist

• Geluid:  vermist    (hulp, bestand)
• IPA: / vərˈmɪst /

• ver·mist

• [1-3] vermis met de uitgang -t

• vervoeging van vermissen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

vermist

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermissen
   

   • Jij vermist. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermissen
   

   • Hij vermist. 

3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vermissen
   

   • Vermist! 

4. voltooid deelwoord van vermissen

vermist

1. waarvan de verblijfplaats en het welbevinden niet zeker is

1. • Het vermiste meisje werd uitgeput en met een gebroken been aangetroffen op de berghelling. 

• Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt.[1][2]

• Het woord vermist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vermist' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.