ziekteverlof
Nederlands
Woordafbreking
- ziek·te·ver·lof
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekte en verlof
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziekteverlof | ziekteverloven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
ziekteverlof o [1]
- vrijgesteld zijn van een verplichting (meestal gaat het om betaald werk) omdat men ziek is
- Dit ministerie concentreerde zich onder Obama vooral op het tegengaan van economische ongelijkheid door het uitbreiden van de rechten van werknemers. Obama nam onder andere maatregelen ten gunste van gelijke betaling van mannen en vrouwen, verplichtte bedrijven die voor de overheid werken tot het geven van getaald ziekteverlof en probeerde de voorwaarden voor betaald overwerk te verruimen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord ziekteverlof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ziekteverlof' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.