verlamming
Nederlands
Woordafbreking
- ver·lam·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verlamming | verlammingen |
verkleinwoord | verlamminkje | verlamminkjes |
Zelfstandig naamwoord
verlamming v
- (medisch) toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen
- overdrachtelijk het tot staan komen van het normale functioneren
- De ijzel veroorzaakte een verlamming van het vervoer in het land.
Hyponiemen
- aangezichtsverlamming, erb-verlamming, hartverlamming, hersenverlamming, kinderverlamming, slaapverlamming, spierverlamming, stembandverlamming, zenuwverlamming
Vertalingen
1. toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen
Gangbaarheid
- Het woord verlamming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verlamming' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.