paralyse

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·ly·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paralyse paralysen
paralyses
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

paralyse v

  1. (medisch) een toestand waarin men zich niet bewegen kan
Synoniemen
Hyponiemen
  • pseudoparalyse
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paralyse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA
vervoeging
onbepaalde wijs to paralyse
he/she/it paralyses
verleden tijd paralysed
voltooid
deelwoord
paralysed
onvoltooid
deelwoord
paralysing
gebiedende wijs paralyse

Werkwoord

paralyse

  1. verlammen
Schrijfwijzen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.