verkassen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·kas·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verhuizen’ voor het eerst aangetroffen in 1708 [1]
- afgeleid van kas met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkassen |
verkaste |
verkast |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verkassen
- ergatief (verplicht) verhuizen
- Ik vind het vreselijk om te verkassen op mijn leeftijd.
- overgankelijk verplaatsen
- De gemeente heeft gisteren de oude boom honderd meter verkast.
Afgeleide begrippen
- verkassing
Gangbaarheid
- Het woord verkassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verkassen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.