verkassen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·kas·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verhuizen’ voor het eerst aangetroffen in 1708 [1]
  • afgeleid van kas met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verkassen
verkaste
verkast
zwak -t volledig

Werkwoord

verkassen

  1. ergatief (verplicht) verhuizen
    • Ik vind het vreselijk om te verkassen op mijn leeftijd. 
  1. overgankelijk verplaatsen
    • De gemeente heeft gisteren de oude boom honderd meter verkast. 
Afgeleide begrippen
  • verkassing

Gangbaarheid

  • Het woord verkassen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.