vergrijpen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vergrijpen (hulp, bestand)

Woordafbreking

ver·grij·pen

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van grijpen met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
vergrijpen	vergreep	vergrepen
klasse 1	volledig

Werkwoord

vergrijpen [1]

wederkerend zich ~ aan: iemands iets onoorbaars of onzedigs aandoen

- Hij had zich wel degelijk aan haar vergrepen.

Verwante begrippen

aanranden

Afgeleide begrippen

vergrijpboete, vergrijping

Vertalingen

1.iemands iets onoorbaars of onzedigs aandoen

Duits: sich vergreifen ^(de)
Engels: assault ^(en)

Frans: attenter ^(fr) à
Spaans: atentar ^(es)

Zelfstandig naamwoord

vergrijpen mv

meervoud van het zelfstandig naamwoord vergrijp

Gangbaarheid

Het woord vergrijpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vergrijpen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.