verdekt

• Geluid:  verdekt    (hulp, bestand)
• IPA: /ər'dɛkt/

• ver·dekt

• vervoeging van verdekken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

verdekt

1. aan het oog onttrokken

1. • ,,Normaal stellen we ons verdekt op en wachten we tot het feestje is afgelopen. We grijpen pas in als het echt nodig is.[1] 

1. • Vier minuten voor rust onderschepte hij een pass van AZ-verdediger Wuytens, dribbelde een stukje om daarna een verdekt schot los te laten dat te machtig was voor de matige AZ-keeper Bizot. Larsson trof tussendoor na een heerlijke run doel met een zwabberende pegel, Vilhena tikte na rust een pass van Berghuis binnen.[2] 

2. (scheepvaart) in het bezit van een dek

• verborgen, bedekt, beschut, beschermd, bekleed, verstopt, ondergronds, onzichtbaar, geheim

• je verdekt opstellen

verdekt

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdekken
   

   • Jij verdekt. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verdekken
   

   • Hij verdekt. 

3. verouderde gebiedende wijs meervoud van verdekken
   

   • Verdekt! 

verdekt

1. voltooid deelwoord van verdekken

• Het woord verdekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verdekt' herkend door: