veldloper

1. renner op parkoersen buiten, met natuurlijke hindernissen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  veldloper    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɛltlopər/
Woordafbreking
  • veld·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldloper veldlopers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

veldloper m

  1. (sport) renner op parkoersen buiten, met natuurlijke hindernissen
    • Bekele is de beste veldloper aller tijden, met elf mondiale crosstitels: zes op de lange afstand en vijf op de korte. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord veldloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.