vegetatie
Nederlands
Woordafbreking
- ve·ge·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plantenleven’ voor het eerst aangetroffen in 1720 [1]
- Naamwoord van handeling van vegeteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vegetatie | vegetaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vegetatie v [3]
- plantengroei, begroeiing
- (medisch) woekering, ziekelijke uitwas
- het functioneren als een plant zonder enig zelfstandig handelen of optreden
Hyponiemen
- pioniersvegetatie
Gangbaarheid
- Het woord vegetatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vegetatie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.