begroeiing

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·groei·ing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van begroeien met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord begroeiing begroeiingen
verkleinwoord begroeiinkje begroeiinkjes

Zelfstandig naamwoord

begroeiing v

  1. dat wat iets groeiend bedekt
    • Er moest iemand langskomen om de begroeiing te verwijderen. 

Gangbaarheid

  • Het woord begroeiing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.