vastzitten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vastĀ·zitĀ·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vastzitten
zat vast
vastgezeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

vastzitten

  1. absoluut onbeweeglijk gehouden worden
    • Die schroef zat erg vast, maar we hebben hem uiteindelijk toch losgekregen. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • vastzitting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vastzitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.