vaststellingsovereenkomst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vast·stel·lings·over·een·komst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vaststellingsovereenkomst vaststellingsovereenkomsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vaststellingsovereenkomst v [1]

  1. de overeenkomst, waarbij twee of meer partijen een bindende regeling treffen, soms ter voorkoming van een geschil, maar meestal om een bestaand geschil op te lossen; formalisering van een schikking
    • Onderdeel van de verkoop was dat hij zich zou onthouden van aanspraak op planschade en dat hij geen juridische strijd zou voeren. Hij zou dan het uitzicht op de uiterwaarden van de IJssel behouden. Omdat de gemeente bij de bouw nu afwijkt van het oorspronkelijke bouwplan, vindt Struis dat hij zich niet meer aan deze vaststellingsovereenkomst hoeft te houden. [2] 
    • Ook is er de mogelijkheid dat werkgever en werknemer een vaststellingsovereenkomst sluiten. De werknemer mag daar binnen korte termijn op terug komen. Dat zou ook een optie zijn, om dan de aanvullende eis van vergoeding van pensioenschade op tafel te leggen. Een kwestie van scherp onderhandelen. [3] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.