vaststelling
Nederlands
Woordafbreking
- vast·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van vaststellen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vaststelling | vaststellingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vaststelling v [1]
- het vaststellen (vastgesteld worden)
- bepaling, besluit
- constatering
Verwante begrippen
- vastlegging
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vaststelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vaststelling' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.